Abstract redeneervermogen
Deel 2 - Reeks 20 - Vraag 40
Antwoord
Uit de vorige oefening konden we niet afleiden welk deel van de domino betrekking heeft op de grote of kleine figuur.
In de eerste lijn bevat het bovenste deel van de domino 6 stippen. In de tweede lijn bevat het onderste deel van de domino ook 6 stippen. De andere delen van de dominostenen zijn verschillend in de eerste en tweede lijn. We moeten de gemeenschappelijke wijziging, en dus de betekenis van 6 stippen, zoeken in de grote (of kleine) figuur in de eerste lijn en de kleine (of grote) figuur in de tweede lijn.
In de eerste lijn verandert de kleur van de grote figuur. In de tweede lijn verandert de kleur van de kleine figuur. Hieruit kunnen we afleiden dat 6 stippen betekent "veranderen van kleur", en dat het bovenste deel van de domino betrekking heeft op de grote figuur en het onderste deel op de kleine figuur.
Uit de eerste lijn kunnen we afleiden dat 3 stippen betekent "veranderen van vorm".
Uit de tweede lijn kunnen we afleiden dat 4 stippen betekent "toevoegen of verwijderen van een verticale streep".
Uit de derde lijn kunnen we afleiden dat 1 stip betekent "toevoegen of verwijderen van een schuine aflopende streep", en dat 2 stippen betekent "toevoegen of verwijderen van een schuine oplopende streep".
1
2
3
4
5
6
\
/
V
|
K
Het bovenste deel van de domino heeft 3 stippen. We moeten de vorm van de grote figuur veranderen. Het antwoord is A, B of E.
Het onderste deel van de domino heeft 4 stippen. We moeten een verticale streep toevoegen of verwijderen in de kleine figuur. Het antwoord is E.
Vorige oefening
Volgende oefening